Home
Gezelligheid kent geen tijd!
Gezelligheid kent geen tijd!
Onlangs zat ik bij me thuis met enige van mijn duivenvrienden gezellig buiten te genieten van het mooie weer. Natuurlijk werd er toen weer wat afgemolken. Duidelijk werd het dat op die morgen de gezelligheid geen tijd kent als duivenliefhebbers samen zijn. De uren dat we hebben gekletst die zijn omgevlogen. Met koffie uit de Senseo met een speculaas koekje er bij werd dit een tijdverdrijf om met plezier aan terug te denken. Ik dacht er goed aan te doen, om dit simpele stukje over onze vrije tijdsbesteding op te schrijven. Juist in de tijd dat we via de TV en de Radio overladen worden met negatieve berichten over het corona. En de kranten zeker niet te vergeten. Die staan ook bol van wat deze griep de mensen aan doet. De dagelijkse kost wat we voorgeschoteld krijgen is meestal in negatieve zin. Daarom ben ik van mening dat de duivenliefhebbers in deze moeilijke tijd een stukje voor hebben op de individuen die geen duivensport bedrijven. Met deze bedoel ik de mensen die zich niet kunnen afreageren op tegenvallers. De duivenmelkers die hebben daar ervaring in. De ene vlucht is het juichen en de andere vlucht is het balen. Daarom mogen we trots zijn om duivenliefhebber te zijn. Het grote leger van dit genre zijn immers volhouders. Elk jaar opnieuw zien die reikhalzend uit naar het komende kweek – en vlucht seizoen. Ze zijn vol verwachtingen en zien zich al kampioen worden. En toch als de meerderheid van die melkers de jaarlijks de balans opmaken van hun ups en downs dan komen ze er achter dat ze slechts met ogenschijnlijke successen bedeeld werden. Alles is dan kennelijk heel betrekkelijk. Maar voor de kleine melker telt elke prijs dubbel. Dan mogen de grote mannen, de zogenaamde vedetten, niet vergeten dat de kleine melker juist de duivensport zo boeiend en interessant houdt. Ze zijn de volhouders. Zoals bijvoorbeeld de 10 verliezers van Rethel op 7 juni bij de CC 2008. In Grubbenvorst bij de familie v/d Pasch ging het weer zoals dat gewoon is. Van de 118 duiven winnen ze 70 prijzen met te beginnen van 1 t/m 23. We weten dat dit geen uitschieter is. Er zijn nog wel meer liefhebbers van dat kaliber in Limburg. Tegen die gasten spelen is voor de massa als vechten tegen de bierkaai. Vijftig jaar geleden bestond dit niet. Hoewel toen ook sterke spelers waren maar niet zoals heden ten dage. In die tijd, velen zullen zich dat nog herinneren, speelde ene Lei Geerlings uit Posterholt de sterren van de hemel. Het was maar voor enkele seizoenen. Zijn succes met de duiven was toen zo geweldig dat de liefhebbers in zijn samenspel niet meer tegen hem wilde spelen. Zijn overmacht was te groot. In zijn club en samenspel werd hij uitgesloten. Noodgedwongen is hij toen met de duivensport gestopt. Hoe dat heeft kunnen plaatsvinden gaat alle perken te buiten. Een spreuk die zegt: ‘wie het kleine niet eert, is het grote niet weerd’. Deze uitspraak is wederkerig en in die geest moeten we de successen van de grote kampioenen waarderen en moeten de kleine ze proberen te kloppen. Zo blijft het spannend!
Pie.
Training SSM- Rethel 6 juni
SSM
Aankomstlijst Rethel 6 juni 2020.
842 duiven. Los 09.45 uur. 1e duif om 11.30.14 uur. Snelh. 1784.308 m/min
N. van Es te Elsloo, de snelle Jelle !
De afdeling Limburg (zuid) was dit weekeinde met de duiven in Rehtel op een afstand van rond de 190 kilometer voor het SS-Maaskant. Het weer dat was ook niet al te best. De weerdeskundigen die hadden gezegd dat het in het weekend een wisselvallig weertype zou zijn. Een type met zon en buien en een pittige wind. Ze hadden gelijk. Hoewel het met de buien op zaterdag mee viel was de wind des te erger. Je waaide compleet van de weg-weg. In de vroege morgen was de lucht grijs en troebel en dat verschijnsel deed ons denken dat het lossen van de duiven een latertje zou worden. Maar dat was gelukkig niet zo. De sterke westenwind was stofzuiger. Tegen negen uur had die wind veel vuiligheid opgeruimd en werd de lucht super helder. Dat kwam ons ten goede want om 09.45 uur kregen de duiven groen licht. Met een zicht van méér dan 20 kilometer en met een stormachtige wind van uit het westen werden de duiven weggeschoten. Onder de massa zaten 842 duiven van het SS-Maaskant die door 36 liefhebbers waren ingeschreven. En dat zijn vlugge vogels geweest. De mannen die riepen dat de kopduiven om 11.30 uur zouden binnen komen die kregen gelijk. Dat deze verkondigers door menige voor gek werden verklaard die hebben kleur moeten bekennen. Het was de dochter van Ben van Es in Elsloo die om halftwaalf hiep-hiep hoera kon roepen. Want bij hun op het goedje werd de spanning ten top gedreven toen hun jarige doffer 1144213 over de plank naar binnen schoot. Dat ‘wonder’ had toen zijn 188 kilometer met een snelheid van ruim 107 km/u onder zich door laten gaan. Ook al is het nog een trainingsvlucht geweest, het doet niks af aan het feit dat ze het samenspel een poepje hebben laten ruiken. En dat poepje dat kreeg nog meer reuk omdat ze ook nog de 3e duif van het samenspel klokten. Zou het voor de knikkers zijn gegaan dan zouden ze met goud en brons op het erepodium zijn gekomen. Hun begin is in elk geval al super de luxe. In Urmond was het Harie Driessen die voor de maasvogels in Meers de spits af beet. Met de 2e aankomst om 11.32.08 uur, bij het samenspel, doet Harie dan ook weer opmerken dat hij er weer staat. Van de 14 duiven klokt hij er 11 stuks binnen de tijd wat een rendement is van 78.5% .Hallo wie lust er nog peultjes? Terug naar Elsloo moeten we bij de Gebroeders Hensen zijn. Bij Jan en Herman was het de vorige trainingsvlucht al kermis en op deze Rethel draaide de carrousel ook weer sierlijk. Ze kwamen om 11.30.49 uur in actie met drie stuk achter mekaar. Ze zouden 17 prijzen van 35 duiven gemaakt hebben waarvan de aankomsten van 4-5-6-11-12 hun smaakmakers zijn. Het gras in hun wei is groener dan groen. De nummer 7 van de top-tien werd Peter Pepels uit Stein. Met een jarige duif in de top en daarbij nog 9 volgelingen van de 17 de duiven waarmee hij deelnam mag die Peter de duim opsteken. Jan Schmitz van de Blauwe Doffer die was ook weer duidelijk in het spel aanwezig. Jan die scoort 13 keer van zijn ploeg van 22 en waarvan de nummers 8-10-28-43 een mooi kwartetje in de spits is. Als Ide Hoefs uit Rekem eens geen vroege duif op de plank zou krijgen dan zou dat iedereen verwonderen. We zijn er aan gewend om Ide in het snuitje van de uitslag te zien met daarbij een rits volgelingen. Op deze Rethel is het niet anders. Met 12 duiven van zijn ploeg van 29 zit hij er tussen met te beginnen bij 9-16-21-25-36-41. Knap stukje werk.
Met deze is de top-tien aan de orde geweest. Stuk voor stuk een stelletje toppers die van wanten weten. Ze verdienen echt een applaus!! Maar ook is er applaus voor de andere deelnemers die op de aankomstlijst staan. Om bijvoorbeeld het duo Janssen-Hertog er uit te lichten. Van de 9 duiven die het duo mee had spelen ze 89%. En dat met de klassering van 14-65-66-84-96-98-154-en 162. Dat is om na te doen en een schouderklopje waard. Van de 36 deelnemers raken er 27 het papier. Om 11.45.49 uur kon gesloten worden omdat op die tijd de pot met 211 prijzen leeg zou zijn. In elke vlucht hebben we laatkomers en dat is niet te vermijden. Waarom? Ik weet het niet, en de betreffende al helemaal niet. Maar niet getreurd, alles komt wel goed. Bij de volgende wedvlucht gaat het voor de poen. Dan zijn de rollen misschien helemaal omgedraaid. Niet bang zijn, de aanhouder wint vroeg of laat. Bij deze dan al bij voorbaat succes gewenst bij de volgende vlucht. Het begin na het corona gedoe. Dat we nog anderhalve meter afstand moeten houden dat nemen we maar voor lief. Het is niet anders.
Pie.
Met de groeten uit Engeland
Met de groeten uit Engeland!
De relaties die John Heynen uit Geleen heeft met duivenliefhebbers die gaan over onze grenzen. Niet wetende ook in Engeland. Dat kwam in de vroege ochtend van maandag 8 juni tot uiting. Toen hij op die maandag morgens zijn duiven ging verzorgen zag hij voor zijn hok in de tuin een duif rondlopen. Daar hij onlangs van de vlucht Rethel nog een achterblijver had was hij van mening dat het deze duif was. Maar toen hij de duif naderde zag John dat ze een rooie chipring droeg. Die hoorde niet op zijn hok thuis en al handenklappende verjoeg hij de duif. Maar die had geen sjoege om te vertrekken. Wat John ook deed, de duif bleef parmantig op de nok van het hok zitten en bleef ook late rond het hok hangen. Dat bezorgde hem de nodige ergernis en die kwelling duurde een paar dagen. Op woensdagavond kreeg dat zijn einde. Toen zijn weduwnaars hadden getraind en hij die binnen ging roepen zag hij tot zijn grote verbazing dat die vreemde doffer zich op het hok bevond en in een broedbak met ‘n weduwnaar in een hevig gevecht gewikkeld was. Dat kwam het humeur van John niet ten goede en met enige agressie greep hij die herrieschopper bij zijn lurven. Nog groter werd de verbazing van John toen hij het ringnummer van de duif, ( NL18/1320387 ) zag en dat herkende als een nummer van zijn eigen serie. Dat de duif daarbij ook nog een rode chipring om zijn pootje had met het opgeplakte telefoonnummer 0360469543 dat maakte hem nog méér nieuwsgieriger. Omdat dit nog eens bewaarheid te zien ging hij naar “duif gevonden” van de NPO waar hij te zien kreeg dat deze duif met voornoemde ringnummer nog altijd op zijn naam stond geregistreerd. Van nature is John een zachtaardige knul maar als hij persoonlijk betrokken wordt bij zaken waarvan hij vermoedt dat er iets niet klopt dan wil hij daar duidelijk in hebben. Vandaar dat hij in de pen kroop en het bestuur van de NPO zijn beleving van zijn duif beschreef met de vraag hoe te handelen om er achter te komen wie < in Engeland> de onrechtmatige bezitter van zijn duif was. Het antwoord wat John van de NPO kreeg dat was niet onthullend maar ze zouden het voorval doorgeven aan de Engelse Bond met de hoop dat deze iets voor hem konden betekenen. Het zelfde bericht dat John aan de NPO deed dat stuurde hij ook aan het adres van de Engelse duivenbond. Met deze ondernomen stappen zit John nu te wachten wat er uit de bus zal komen.
Wie weet, misschien blijft het een raadsel en als dit niet zo is dan geeft John ons te kennen hoe de steel in de vork zit. We zijn benieuwd!Pie.
Leuke dingen
Leuke dingen!
Ik heb geen glazen bol waarin ik kan zien hoe het duivenseizoen verder zal verlopen. Zelf heb ik daar gemengde gevoelen over. Het duivenspel is half lamgelegd en niemand weet wanneer er weer wedvluchten komen die betekenis hebben. Daar wil ik mee zeggen dat het pas echt is als we het weer tegen elkaar kunnen opnemen in verschillende concoursen. Natuurlijk hebben we al duivensport gehad in de twee trainingsvluchten maar dat prikte niet echt. Dat lijkt zo’n beetje op voetbal zonder publiek. Hoewel de trainingsvluchten toch beter zijn dan helemaal geen vlucht. Laten we daar duidelijk in zijn. Elke liefhebber die hunkert om de degens te kruisen in grote concoursen die moet voorlopig nog zijn geduld bewaren. De tijd zal het uitmaken wanneer dat kan. Dat in deze tijd zonder prijsvluchten toch ook nog fijne dingen aan huis met de duiven beleefd worden dat heb ik zelf ervaren. Veel genot heb ik van mijn van ploegje jonge duiven. Ik was er nog gene kwijt en het was een heerlijkheid om er naar te kijken als ze in de lucht hingen. Als ik ze morgens los liet dan snorden ze met een rotvaart naar buiten en bleven ze minstens ’n uur lang weg. En telkens was het voor mij weer genieten als ik zag dat het groepje van 22 stuks dan weer compleet was. Hoe lang gaat dit zo door dacht ik meermalen bij me zelf. Want dat het normaal is dat wel eens jonge duiven van huis weg blijven dat maakt elke liefhebber mee. Door het feit dat ze verdwalen of dat ze in hun vlucht dodelijk verongelukken. Het kan ook dat ze een prooi van de roofvogel worden. Ik was er op voorbereidt dat ik op zekere dag wel te maken zou krijgen dat ik er ‘paar zou missen. En ja hoor, onlangs was het zover. Nadat de jonge duiven in de namiddag hadden getraind was er ene niet aanwezig toen ik ze binnen riep. En de dag er na was die er ook nog niet. Ik nam aan dat ik die niet mee terug zou zien. Maar ik had het mis. Opeens kreeg ik telefoon van duivenliefhebber Peter Jennekens in Spaubeek. Die vertelde me dat een paar dames uit zijn buurt hem een gewonde jonge duif hadden gebracht. Ze hadden deze in een hopeloze toestand in hun tuin aangetroffen. En bij de rubriek “duif gevonden” van de NPO kwam hij aan de weet dat die bij mij stond geregistreerd. En inderdaad betrof het de jonge duif die ik had gemist. Peter vertelde me dat ze niet meer op haar pootjes kon staan en hij dacht ook dat ze aan een vleugel was gewond. Toen ik dat hoorde had ik de woorden op mijn tong liggen om Peter te vragen of hij ze uit haar lijden wilde verlossen. Maar ik slikte die woorden in en zei hem dat ik de duif kwam ophalen. Zo gezegd, zo gedaan. Even later tufte ik naar Spaubeek waar ik met veel vriendelijkheid door Peter en zijn vrouw werd opgewacht. En dat gedwongen bezoek dat werd een leuke visite waarbij we veel hebben gepraat over de duiven en z’n sport. En dat kreeg tien dagen later zijn vervolg. Met genoegen kon ik Peter toen aan de telefoon vertellen dat de jonge duif die ik bij hem had opgehaald < ze had beide pootjes gebroken > weer aardig ter been was. Hoewel ze nog ’n beetje mankte had ze verder geen ander gebrek. Ze, het is een duivin, maakt nu mijn ploegje weer compleet. Dergelijk voorvallen zijn leuke dingen bij een duivenmelker en dat hoort ook bij de duivensport. Bijzonder leuk en tevens ontroerend is ook de thuiskomst van een duif die dagen later terug keert van de vlucht. Onlangs bij de trainingsvlucht vanaf Etroeungt op 30 mei, is gehoord geworden dat menige hokken met achterblijvers te maken hebben gehad. Bij mezelf was dat ook het geval. Twee van mijn jarige doffers die me goed aanstonden, die lieten verstek gaan en waren de dag van de lossing nog niet terug. Helaas. Ook nu was ik weer van mening dat ik die als verloren kon beschouwen en wegstrepen kon uit mijn bestand. Het was niet nodig! Het is beter dat ik zo laat terug kom dan dat ik helemaal niet meer was gekomen moet mijn “kras 358” hebben gedacht toen hij middags op Pinkstermaandag arriveerde. Dat hij er duidelijk naast had gezeten dat kon ik merken aan zijn uiterlijk vertoon. Zijn dwaaltocht naar huis had hem gesloopt maar het toonde wel zijn karakter. Doorgaan tot het einde! De terugkeer van deze “358” die gaf me de stille hoop dat ook de andere doffer , “de vale 341 “ terug zou komen. Dan zou ik zeker door het dolle heen zijn. Gezien zijn afkomst, en dat hij als jonge vijf mooie prijzen had gewonnen, had ik in gedachten dat die wel eens ’n hele goeie zou kunnen worden. Vandaar dus mijn verlangen op zijn terugkomst. En dat verlangen kreeg op dinsdagavond, rond de klok van negen uur, zijn waarheid. Toen ik buiten aan het genieten was van de laatste uren van de mooie dag bij een ondergaande zon, landde zo plotseling ‘de vale ‘ op de valplank. Toen ik dat zag kreeg ik kippenvel. Van verbazing wist ik voor ’n moment niet wat ik moest doen. Mijn geluksgevoel bracht me van m’n á propos. Het gelukkig gevoel dat de terugkomst van ‘de vale’ bij me teweeg bracht dat zal heus door iedere melker begrepen worden. Omdat ze dat gevoel allemaal kennen.
Pie.